Wetboek van Strafvordering
Artikel 462
1
Indien de aanvrage betreft het geval genoemd in artikel 457, eerste lid, onder 2° of 3°, beveelt de Hoge Raad, na, zo nodig, door tussenkomst van de procureur-generaal nadere berichten te hebben ingewonnen, de verdere behandeling op de openbare terechtzitting op een daartoe door de voorzitter te bepalen dag.
2
Indien nadere berichten zijn ingewonnen worden deze bij de stukken gevoegd en wordt aan degene die het verzoekschrift heeft ingediend een afschrift toegezonden.
3
Indien op de voet van het vorige lid een afschrift is toegezonden, wordt de dienende rechtsdag bepaald op een datum niet eerder dan zes weken na die toezending, en kan de veroordeelde of zijn raadsman de aanvrage schriftelijk nader toelichten tot uiterlijk de laatste dag voor de dienende dag.
4
De procureur-generaal doet ten minste tien dagen voor de dienende rechtsdag aan de veroordeelde aanzegging van die dag.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.